Zullen we het even over procurement hebben?
(of: hoe de liefde zich verslikte in een Excel-bestand)
Het was allemaal zo mooi begonnen.
De klant en het bureau hadden elkaar gevonden in een pitch die aanvoelde als een eerste date waar je op voorhand al wist: dit zit goed.
Er was wederzijds begrip, chemie, visie, en zelfs een beetje onuitgesproken opwinding over wat er allemaal mogelijk zou zijn.
Ze lachten om elkaars inside jokes, dachten samen na over de merkpositionering, deelden documenten zonder juridische bijlagen, en spraken over “co-creatie” zonder ironie.
Het was nog pril, maar het voelde als iets dat kon blijven duren.
En toen.
Toen kwam hij de kamer binnen.
Met een glimlach zonder glimlach, een laptop onder de arm, en een contract van zestien pagina’s waarin het woord samenwerking geen enkele keer voorkwam:
Procurement.
Laat me meteen iets duidelijk maken: procurement is geen slechterik.
Hij is niet de boeman, de droomverwoester of het einde van de romantiek.
Hij is de accountant van het liefdesverhaal. De pre-nup in een marketinghuwelijk.
Hij zorgt dat er niet overhaast wordt toegezegd, dat er geen emotionele beslissingen genomen worden op basis van “het voelde gewoon goed”.
Maar het probleem is: hij praat een andere taal.
Terwijl de klant en het bureau nog in metaforen zaten te zwijmelen over merkbouw, synergie en creatief partnerschap, kwam procurement binnen met termen als “compliance”, “kost per deliverable” en “contractuele aansprakelijkheid”.
De vibe verschoof van La La Land naar The Firm.
Ik zie het te vaak gebeuren.
Als pitch consultant begeleid ik koppels in wording die helemaal klaar zijn om samen de wereld te veroveren - tot ze merken dat er nog een laatste horde is: de inkoopdienst.
En als agency coach hoor ik zuchten aan de overkant van de tafel: “We hadden zo’n goed gevoel… tot het allemaal terugging naar prijs per uur.”
Want dat is waar het schuurt.
Procurement wil appels met appels vergelijken.
Maar een creatief voorstel is geen appel.
Het is een hele fruitmand, met een scheut limoncello en een verhaal erbij.
Je kunt het niet reduceren tot een regel in een matrix, zonder dat de ziel eruit druipt.
En is dit geen aanklacht.
Dit is een liefdesbrief aan de nuance.
Een pleidooi om met z’n allen te durven erkennen dat procurement erbij hoort, maar niet in plaats van de relatie.
Laat hem deel zijn van het proces. Laat hem begrijpen dat prijs belangrijk is, maar niet alles zegt.
Dat een lager uurtarief geen garantie is op minder risico, en dat een goed partnership op lange termijn meer waarde creëert dan een scherpe korting op dag één.
En voor agencies: bereid je voor.
Zorg dat je verhaal ook standhoudt in de taal van de Excel-meesters.
Zeg niet alleen wat je voelt, maar toon ook wat je waard bent.
Niet als een verdediging, maar als een brug.
Tussen emotie en ratio. Tussen hart en hoofd.
Want procurement is misschien niet degene met wie je initieel verliefd werd.
Maar hij is wel degene die zorgt dat je niet eindigt in een vechtscheiding over randvoorwaarden.
Hij is de stem die zegt: “Oké, mooi verhaal. Maar wat kost het? En wat krijgen we precies?”
En als je hem betrekt zonder te veroordelen, kan hij zelfs de beschermer van je relatie worden.
Liefde is prachtig.
Maar liefde mét afspraken, duidelijkheid en een gedeelde realiteit?
Da’s pas volwassen worden.
Dus de volgende keer dat de procurementmanager de ruimte binnenwandelt, adem diep in, schuif een stoel bij, en zeg vol vertrouwen:
“Kom erbij. We hebben het over liefde én levervoorwaarden.”