Ik voel me alleen in mijn rol
Een handleiding voor agency owners met een volle agenda en een leeg klankbord
Er zijn van die dagen dat je bureau aanvoelt als een torenkamer. Het uitzicht is indrukwekkend, de verantwoordelijkheid is reusachtig, maar de gesprekken zijn... stil. Je bent omringd door een team dat jou aankijkt voor richting, klanten die jou willen overtuigen van hún gelijk, en freelancers die vooral op tijd betaald willen worden. En toch voel je je soms alleen. Niet op een zielige manier, maar op een vermoeiende. Alsof jij de enige bent die het grotere plaatje ziet én moet schilderen. Terwijl je ondertussen ook nog het penseel vasthoudt, het doek opspant, en tussendoor de facturen likt.
Als agency owner draag je veel. Maar het is niet de zwaarte die je nekt, het is het feit dat je het zelden kunt delen. En daar gaan we het over hebben.
1. De illusie van autonomie
Vrijheid, dat was ooit het doel. Je eigen koers varen, je eigen klanten kiezen, je eigen fouten maken. Maar autonomie zonder klankbord is als een boot zonder radar. Je kunt varen, ja. Maar of je de juiste kant uitgaat? Dat blijft giswerk.
Veel agency owners botsen op dat moment na een paar jaar. De agency draait, het team groeit, de klanten komen terug. En toch… zit er iets scheef. Je merkt dat je beslissingen steeds vaker in je hoofd herkauwt zonder tegenspraak. Dat je in cirkels denkt. Dat er niemand is die jou vraagt: “Waarom doe je dat eigenlijk zo?” Behalve dan je innerlijke criticus. En die is zelden constructief.
2. Eenzaam leiderschap is géén zwaktebod
Laten we iets uit de weg ruimen: je eenzaam voelen betekent niet dat je zwak bent, ongeschikt, of “geen leiderstype”. Het betekent gewoon dat je een volwassen mens bent met verantwoordelijkheden die soms je draagvlak overstijgen. Uit onderzoek van Harvard Business Review blijkt dat 61% van de CEO’s zich regelmatig eenzaam voelt in hun rol. En dat 70% van hen zegt dat die eenzaamheid hun performance negatief beïnvloedt.
Ook in agencyland is dit geen uitzondering. Sterker nog: hoe creatiever, losser en ‘gezelliger’ het agency aan de buitenkant lijkt, hoe vaker het aan de binnenkant krioelt van de twijfels, onzekerheden en slapeloze nachten. De buitenwereld ziet jouw awards. Jij ziet je burnrate.
3. Je team is geen klankbord, en dat is maar goed ook
Hoe hard je ook verlangt naar input of bevestiging: je team is er niet om jou te dragen. Dat is niet hun rol, en het zou hen oneerlijk belasten. Zij mogen fouten maken, jij moet ze corrigeren. Zij mogen om hulp vragen, jij moet antwoorden hebben. Dat betekent niet dat ze geen goede ideeën kunnen aanbrengen of geen waardevolle gesprekken kunnen voeren — integendeel. Maar hun perspectief is per definitie gekleurd door jouw positie. Ze zijn niet neutraal. Ze zijn afhankelijk. En in sommige gevallen: bang om tegen te spreken. Zelfs als ze je al tien jaar kennen.
Daarom is het zo gevaarlijk om al je reflecties in je team te parkeren. Je loopt het risico op een bubbel, op te veel bevestiging, of op ongezonde afhankelijkheid.
4. Wat je nodig hebt, is een externe spiegel
De oplossing ligt buiten je agency. In de vorm van een adviesraad, een mentor, een coach of een peer group. Iemand die geen aandelen heeft in je beslissingen, maar wél belang heeft bij jouw groei. Iemand die jou niet spaart, maar ook niet saboteert. En vooral: iemand die luistert om te begrijpen, niet om op te volgen.
Een goed extern klankbord houdt jou scherp. Het stelt vragen waar je zelf niet op kwam. Het daagt je strategie uit, zonder die meteen af te branden. En het helpt je door de ruis heen kijken: de dagelijkse drama’s, de micromanagementreflex, het shiny object syndrome.
5. De adviesraad: je eigen denkparlement
Een adviesraad klinkt groot, maar hoeft dat niet te zijn. Je hoeft geen vijf witte mannen met grijze baarden rond een mahoniehouten tafel te zetten. Twee tot drie scherpe, ervaren mensen volstaan. Kies profielen die elkaar aanvullen: een doorgewinterde strateeg, een financieel brein, een ex-agency owner, een klantkant-denker. En zorg dat ze geen emotionele betrokkenheid hebben bij je operationele beslissingen.
Je komt samen per kwartaal. Je deelt je cijfers, je dilemma’s, je plannen. Je luistert. Je noteert. En je beslist zelf. Want jij blijft de kapitein, maar nu met een betere radar.
6. Mentoren en coaches: het verschil tussen luisteren en leiden
Een mentor is iemand die het pad al gelopen heeft. Die je waarschuwt voor de gaten in de weg, en je geruststelt dat die ene bocht niet het einde is. Een coach stelt betere vragen dan jij jezelf zou durven stellen. Hij of zij dwingt je tot helderheid, tot eigenaarschap, tot keuzes. Niet altijd prettig. Wel noodzakelijk.
Beide vormen werken. Het hangt af van je stijl, je noden, je karakter. Maar denk niet dat je “nog niet groot genoeg bent voor een coach”. Goede coaching begint niet bij 50 mensen personeel. Het begint bij het moment waarop jij voelt: “Ik wil niet blijven rondjes draaien in mijn eigen hoofd.”
7. Peer groups: praten tegen mensen die het écht begrijpen
Niets werkt zo bevrijdend als zeggen: “Ik ben mijn motivatie kwijt” tegen iemand die exact weet hoe het voelt. Peer groups van agency owners bestaan al in verschillende vormen: open netwerken, besloten mastermindgroepen, buddy-systemen. Kies wat bij je past, maar kies iets. Want eerlijk? Er is altijd iemand die dezelfde shit doormaakt als jij — alleen op een andere Slack.
Zo'n groep kan je helpen relativeren, vergelijken, bijleren. Je ontdekt dat jouw omzetprobleem elders een luxeprobleem is, en omgekeerd. En vooral: je herontdekt het plezier van leren door luisteren. Niet door Google.
8. Interne leiderschapscapaciteit versterken
Wil je echt duurzaam minder eenzaam zijn? Dan moet je niet alleen extern spiegels zoeken, maar ook intern draagvlak bouwen. Dat betekent: mensen verantwoordelijkheid geven. Vertrouwen geven. Fouten laten maken. En niet altijd de brandjes zelf blussen omdat jij de snelste bent met de blusdeken.
Investeer in je team. Laat mensen doorgroeien tot mini-CEO’s van hun domein. Leg vast wie waarover beslist. Laat los waar jij het niet (meer) moet doen. En geef hen ook een klankbord. Want jouw eenzaamheid wordt anders gewoon de hunne.
9. Wat je vooral niet moet doen
Je instinct zal het omgekeerde zeggen: harder werken. Nog meer controleren. Alles zelf oplossen. Maar dat is geen leiderschap, dat is een overlevingsstrategie. En die kraakt, sooner or later.
Zoek geen nieuwe partner “om het samen te doen” tenzij je écht een complementair profiel vindt. Deel niet je diepste twijfels met je team in een poging tot “openheid”. En verlies jezelf niet in online cursussen in de hoop dat kennis het gebrek aan reflectie kan compenseren.
De enige remedie tegen structurele eenzaamheid is structurele verbinding.
10. Je hoeft het niet alleen te doen (maar je moet wel beginnen)
Er is goed nieuws: je bent niet alleen in je eenzaamheid. En nog beter nieuws: er is een uitweg. Maar zoals bij alles in agency life, begint het met een beslissing. Een keuze om tijd te maken voor reflectie. Om geld te steken in je eigen ontwikkeling. Om je kwetsbaar op te stellen bij mensen die het aankunnen. En om leiderschap te herdefiniëren: niet als alles kunnen, maar als weten wanneer je hulp nodig hebt.
Jij bent de motor van je agency. Maar zelfs een motor heeft af en toe een onderhoudsbeurt nodig. En een goede monteur. En wat olie. En iemand die zegt: “Misschien moet je eens naar die rare tik luisteren.”