Lieve Chantalle,
Ik ben freelancer.
En ik werk geregeld samen met agencies.
Althans, ze noemen het “samenwerken”.
In realiteit word ik vaak ingevlogen als redder-in-nood voor dingen die “heel dringend zijn”, maar blijkbaar niet dringend genoeg om mij normaal te briefen of op te nemen in het teamkanaal.
Ze vragen me om “mee te denken”, maar bedoelen: “lever morgen iets aan dat we kunnen presenteren alsof we het zelf gemaakt hebben.”
Ze noemen me “partner”, maar sturen feedback via de stagiair.
En als het echt goed loopt, sta ik op slide 43 van de presentatie, onder het kopje “dank aan externe ondersteuning”.
Ik weet niet meer of ik collega ben, leverancier, ghostwriter of gewoon de Airbnb-versie van een vaste medewerker: welkom, handig, niet te lang blijven.
Chantalle, hoe blijf ik professioneel, zonder me een wegwerp-hulpje te voelen?
Groetjes,
Free… but not feeling free
Lieve FBNFF,
Wat jij beschrijft, is de klassieke White-Label Waanzin.
Een soort agency-polonaise waarin jij mag meelopen, maar nooit vooraan, en zeker niet in beeld.
Ze willen je brains, maar niet je naam.
Ze willen je snelheid, maar niet je mening.
Ze willen “flexibiliteit”, wat meestal betekent: “We laten je los zodra het minder druk wordt.”
Laat me één ding duidelijk maken:
Jij bent geen nooddouche in een oververhit agencygebouw.
Jij bent een professional.
Een zelfstandig expert.
Iemand met ervaring, kwaliteit én - mag ik hopen - een deftige dagprijs.
En tóch… is het verdomd moeilijk om je grenzen te bewaken als je afhankelijk bent van hun opdrachten, connecties of vage beloftes van “meer structurele samenwerking in de toekomst”.
Dus, hier wat mentaal gereedschap uit Chantalles gereedschapskist:
Klink vriendelijk, maar stel grenzen als een wetgever.
Als iemand zegt: “Kun je even inspringen?”
Zeg dan: “Graag, als ik ook mee opgenomen word in het Slackkanaal en duidelijkheid heb over deliverables, timings én credits.”
Klinkt streng? Misschien.
Maar mensen die écht willen samenwerken, schrikken daar niet van.
De rest… die zoekt gewoon een helpdesk met menselijke trekken.
Vraag credits als standaard, niet als gunst.
Stel de vraag expliciet:
“Hoe wordt mijn bijdrage vermeld in de presentatie/het voorstel/de klantcommunicatie?”
Niet omdat je ijdel bent (hoewel dat best mag), maar omdat erkenning de enige valuta is die in agencyland op lange termijn meer oplevert dan je factuur.
Wees geen bureaugijzelaar.
Zodra je voelt dat je ergens als ‘interne flexibele schaduw’ wordt behandeld zonder inspraak, zeg dan:
“Als het structureel is, laten we dan duidelijke afspraken maken. Als het ad hoc blijft, dan graag ook met respect voor mijn tijd, beschikbaarheid en credits.”
Dat is geen chantage. Dat is zelfrespect.
En als je écht klaar bent met white-label-zijn? Begin dan onder je eigen naam.
Toon je werk.
Schrijf over je ervaring.
Bouw je eigen podium.
Het is spannend, maar het zorgt er tenminste voor dat niemand jouw werk nog presenteert met de zinsnede:
“Dat hebben we intern snel even opgepakt.”
Dus lieve FBNFF,
Je bent vrij. Maar vrijheid is meer dan geen baas hebben.
Het is ook: nee zeggen. Grenzen trekken. Niet nog eens tot middernacht schuiven aan iets waarvoor je straks enkel een factuurnummer krijgt in de boekhouding van een ander.
En onthoud: zonder mensen zoals jij, vallen veel agencies stil.
Jij bent het verschil tussen “druk” en “we moeten klanten afbellen.”
Dus sta gerust wat rechter. Eis je plek op in het agency-ecosysteem.
Niet als redder. Niet als schaduw. Maar als professional met een stem.
En als iemand dat lastig vindt?
Dan zijn ze nog niet klaar voor echte samenwerking.
Liefs en timesheets,
Chantalle
Freelance therapeut in vaste dienst bij overspannen bureauzielkes sinds 2012