Lieve Chantalle,
Ik ben designer in een agency.
En ik hou van mijn vak. Echt.
Van typografie, kleurenschema’s, spacing die klopt, lijnen die ademen.
Maar sinds kort voel ik vooral… kortsluiting.
Want telkens ik iets aflever, gebeurt het volgende:
- Eerst: “Wauw, heel knap!”
- Dan, 24 uur later: “Even afgestemd met het team (lees: drie mensen die niks met design doen), en we dachten:
Misschien toch minder witruimte?
Misschien toch wat meer ‘energie’?
Misschien een stockfoto van een handdruk tussen twee vrouwen van verschillende etnische achtergrond?”
Alsof ik niet net 7 uur lang lagen heb opgebouwd, kleuren gecorrigeerd, typografische hiërarchieën heb verfijnd…
En dan moet ik met een rechte rug zeggen: “Ja, ik verwerk die feedback graag.”
Ik ben moe, Chantalle.
Moe van alles ‘net iets speelser’ maken.
Moe van feedback door mensen die ooit met Canva gewerkt hebben en nu denken dat witruimte een teken van luiheid is.
Wat moet ik doen?
Of liever: hoe blijf ik vriendelijk tegen mensen die m’n werk kapotmaken met woorden als “voelt niet helemaal af”?
Met warme, visueel gebalanceerde groet,
Designus Interruptus
Lieve D.I.,
Wat jij doormaakt is geen onbekend syndroom.
Het heet Creatieve Slijtage door Meningen van Mensen Zonder Oog Voor Compositie (CSMMZOVC)
Komt veel voor. Vooral bij designers, fotografen en mensen die ooit het verschil tussen RGB en CMYK hebben moeten uitleggen aan een Excel-gebruiker.
Laat me dit eerst zeggen: jij bent niet alleen.
Jij maakt niet enkel ontwerpen.
Jij houdt een subtiel evenwicht in stand tussen esthetiek, branding, leesbaarheid, en de grillige grillen van “wat de CEO leuk vond op Pinterest”.
En dat vergt geduld, discipline én een ijzeren glimlach.
Maar ook: weerstand.
Je hoeft niet alles zomaar aan te nemen.
Feedback is geen bevel. Het is - in het beste geval - een uitnodiging tot gesprek.
In het slechtste geval: een dans van diplomatie waarbij jij de muziek niet mocht kiezen, maar wel mag meedoen alsof je ‘m hoort.
Een paar survivalregels van tante Chantalle:
Vraag altijd: wat bedoelen ze écht?
Achter “het voelt niet af” zit vaak iets vaags als:
- “Ik snap het niet.”
- “Ik heb het nog niet aan mijn baas laten zien.”
- “Ik ben bang dat de klant het niet snapt.”
Dat heeft niks met design te maken.
Dat heeft alles te maken met onzekerheid, communicatie en het ontbreken van duidelijke doelen.
Vraag dus: “Wat vind je precies niet af? De inhoud, het beeld, het gevoel? Of is het eerder de context die ontbreekt?”
Je zal verbaasd zijn hoeveel mensen dan zeggen: “Euh… ja… dat dus.”
Leg uit waarom je iets deed. Maar niet te nederig.
Zeg:
“We kozen hier voor witruimte omdat het rust geeft en de call-to-action duidelijk maakt. Minder ruimte zorgt voor visuele drukte en minder focus.”
Niet:
“Sorry hoor, ik wist niet goed wat jullie bedoelden dus ik heb maar iets geprobeerd…”
(Hoewel je dat elke keer denkt.)
Maak mock-ups met en zonder feedback.
Zet ze naast elkaar.
Laat hen zien wat hun wijziging betekent.
Niet uit wraak, maar uit pedagogisch inzicht.
Ze moeten niet alleen de pixels zien, maar de impact.
Design is geen aankleding, het is communicatie met vorm en gevoel.
En als het écht niet meer gaat… gebruik de magische formule:
“Tuurlijk, ik kan dat aanpassen - al is het wel wat minder in lijn met de oorspronkelijke richting en designprincipes. Maar ik snap de vraag en werk het uit.”
Agencytaal voor: ik vind dit vreselijk, maar ik ben een professional en jij bent straks degene die het moet verdedigen in de boardroom. Succes ermee.
Dus lieve Designus Interruptus,
Blijf ademen. Blijf maken.
En bovenal: blijf zien.
Zien dat jij als designer de enige bent die snapt dat drie fonts op één slide een misdaad tegen de menselijkheid is.
Dat kleurgebruik niet zomaar “wat leuk blauw” is, maar een zorgvuldig opgebouwde visuele hiërarchie.
Dat witruimte geen verspilling is, maar de zuurstof van een layout.
Als ze dat niet snappen, is dat niet jouw falen.
Dat is gewoon de prijs van werken in een wereld waar “iets met AI en impact” belangrijker klinkt dan “iets met rust en leesbaarheid”.
Blijf vriendelijk. Maar wees geen deurmat.
En als alles faalt: maak een geheime map met al je originele versies, zodat jij wél nog weet hoe het eruitzag voordat het vercanspamiseerd werd.
Liefs en perfect geplaatste pixels,
Chantalle
Noemt Comic Sans alleen nog bij naam als ze iemand echt wil kwetsen