De stille oorlog van de keukenklusjes
Ieder agency heeft z’n open keukentje. Een plek die in brochures “gezellige ontmoetingsplek” heet, maar in werkelijkheid een mengeling is van koffievlekken, mysterieuze Tupperware en een vaatwasser die dienstdoet als politieke arena.
Want de échte vragen in agencyland zijn niet: “Wat is de ROI van deze campagne?” of “Hoeveel marge zit er op dit project?” maar: “Wie heeft de koffie níét bijgevuld?” en “Wie dacht dat het oké was om een halve pizza drie weken in de koelkast te laten staan?”
Het is universeel. Bij de klant: de interne afdeling die altijd netjes vergadert, maar waar de vaatwasser een permanente schreeuw om hulp is. Bij het agency: creatieven die briljante ideeën bedenken, maar geen idee hebben hoe je een koffiefilter vervangt. En als klant en bureau elkaar fysiek ontmoeten in een gezamenlijke projectruimte? Dan ontstaat er een delicate dans: wie durft als eerste die ene stinkende Tupperware uit de koelkast te vissen?
De keuken is de democratie van het kantoor. Iedereen gebruikt ze, niemand voelt zich verantwoordelijk. De stagiair vult altijd de suiker bij. De projectmanager die “eigenlijk te senior is voor de afwas” probeert ongezien z’n kopje te dumpen. En die ene collega die altijd “bewust” z’n mok laat staan zodat “de vaatwasser toch nog niet vol is” – die verdient een aparte afdeling in de hel.
En de koelkast… dat is geen koelkast, dat is een archeologisch project. Achteraan liggen fossielen uit de vorige campagne. Een yoghurtje dat nog dateert van voor de rebranding. En ergens onderin een blikje tonic waarvan niemand meer weet of het nu agency-eigendom is of van de klant die ooit op bezoek was.
De mooiste keukenmomenten zijn die waar klant en agency elkaar als mens ontmoeten. Niet tijdens de pitch, maar met hun handen in de afwas. De klant die helpt glazen drogen na een lange workshop. De account die naast de art director een koffiecapsule zoekt, terwijl ze allebei weten dat er al drie weken “besteld moet worden”. Het is daar, tussen spons en vaatdoek, dat de muren wegvallen en het gewoon wordt: mensen onder elkaar.
En toch is er altijd dat stille verzet. Die ene collega die áltijd de ijskastdeur op een kier laat staan. Die ander die consequent de “sterke” koffie zet zodat niemand nog kan slapen. En de eeuwige discussie over havermelk versus volle melk: een brand war die elke brainstorm overtreft in passie.
De waarheid is: keukenklusjes zijn agency in het klein. Iedereen wil creatief zijn, maar niemand wil de prullenbak buitenzetten. Iedereen vindt cultuur belangrijk, maar niemand poetst de microgolf na z’n spaghetti bolognese. En toch… zonder dat kleine huishouden stort de hele werkdag in.
Dus ja, misschien moeten we wat meer credits geven aan die stille helden. Degene die altijd de vaatwasser uitruimt zonder erover te klagen. Die de koelkast eens leegmaakt, zelfs al vond hij drie onbekende levensvormen. Die de koffiemachine ontkalkt alsof hij de Nobelprijs voor vrede verdient. Want eigenlijk… doet hij dat ook.
Misschien ligt de echte magie van samenwerken niet in de creatieve briefing of de budgetmeeting. Maar gewoon in het simpele feit dat iemand de koffie bijvult zonder er een issue van te maken. Kleine empathie. Grote cultuur.
En wie weet… misschien zou het agency-klantcontact wel nóg beter lopen als we die keukenklusjes wat eerlijker verdelen. Want leen pitch winnen is leuk, maar een propere koelkast… dát is pas echt goud.