Lieve Chantalle,
Ik ben copywriter. Of ja, dat wás ik.
Tegenwoordig voel ik me eerder een soort menselijke prompt, die alleen nog dient om ChatGPT een beetje bij te sturen.
De briefing komt binnen met: “Schrijf iets kort maar krachtig. Liefst catchy. Liefst gisteren.”
Dan zie ik dat de designer al visuals heeft gemaakt met teksten erin.
En dan komt de strateeg met: “Ik heb even zelf iets in AI geschreven als inspiratie, kijk gerust eens.”
En “kijk gerust eens” blijkt dan meestal ook gewoon: gebruik dit, of de klant gebruikt het tegen ons.
Vroeger mocht ik nog zinnen slijpen tot ze fonkelden. Nu mag ik ze “een beetje menselijker maken.”
Ik heb onlangs geprobeerd mezelf opnieuw op de radar te zetten met een opiniestuk op LinkedIn, maar het haalde vijf likes. Twee ervan waren van m’n ouders. Eén van een ex-collega die sindsdien ghost is.
Chantalle, ik wil geen AI-assistent worden van een AI. Maar ik weet niet meer waar mijn meerwaarde zit.
Ben ik nog een schrijver, of gewoon een postproductiestap?
Groet,
Copywatte?
Lieve C-wat,
Allereerst: als jouw ouders nog je LinkedIn-likes tellen, dan heb je al meer menselijke connectie dan de gemiddelde growth hacker.
Ten tweede: wat jij doormaakt is geen einde. Het is een herstart.
Of zoals AI het zou zeggen: “Reframing of the linguistic value proposition in a post-human workflow environment.”
Zeg dat eens tien keer snel, en je krijgt een uitnodiging voor een strategische sessie mét croissants.
Maar laat me je geruststellen. Jij bent geen overbodige schakel. Jij bent een ambachtsmens in een wereld vol tekst-thermomixers.
Je werd gewoon even uit je flow gehaald door een storm aan pixels, prompters en projectmanagers die denken dat "tone of voice" een schuifje is in Canva.
Laten we het even hebben over de grote leugen van 2025:
“AI schrijft toch al even goed als een mens?”
Sure. Als die mens een halfdronken intern is met bindingsangst en een woordenschat van zestien termen.
AI schrijft functioneel. Maar jij schrijft voelbaar.
En voelbaar blijft - hoe veel tools we er ook op loslaten - de reden waarom mensen klikken, kopen, twijfelen of huilen om een goed geplaatste punt.
En dan die beruchte “kijk gerust eens”-mail?
Weet dat “kijk gerust eens” in agencytaal hetzelfde betekent als “we hebben je niet nodig, maar als het misgaat, is het jouw fout.”
Dus ja: kijk gerust. En stuur dan terug:
“Dank voor de inspiratie. Ik heb het vertaald naar iets dat niet klinkt alsof een AI net zijn eerste date probeert te beschrijven met woorden als ‘betekenisvolle interactie tussen entiteiten’.”
Oh, en dat opiniestuk van je?
Je schreef het waarschijnlijk op gevoel, tussen twee meetings en een instortend moraal.
Maar weet: de echt goeie schrijvers worden pas later begrepen.
Misschien was jouw post geen virale hit, maar wel de reden dat één andere copywriter dacht: “Aha, ik ben niet alleen in deze taalwoestijn.”
En dat is goud waard.
Zelfs al werd het alleen geliket door je ma en een ghost uit Gent.
Dus, lieve C-wat,
Laat niemand je reduceren tot de menselijke tegenhanger van “parafraseer deze zin en voeg een call-to-action toe”.
Je bent geen knopje dat teksten herformuleert.
Je bent de reden dat merken überhaupt nog een stem hebben.
En als je het even niet meer weet:
Duw een AI-tekst in een Word-document.
Print hem uit.
Leg hem naast een tekst van jezelf.
Lees ze allebei hardop.
De ene klinkt als een robot met een klaplong.
De andere als iemand die nog ergens iets meent.
Blijf schrijven.
Of zoals mijn oude creative director ooit zei:
“Als het lijkt alsof niemand je leest, schrijf dan alsof iedereen je later citeert.”
Liefs en taalgevoel,
Chantalle
Schrijft nog altijd zelf haar columns. Met typo’s en trots.