Cappu-clients en mocca-marketing
Elke zondag zoom ik in op de kleine dingen die het agency-leven maken wat het is.
In elk agency is er één stille, maar onmisbare collega. Geen salaris, geen stoel in de vergaderzaal, geen LinkedIn-profiel. Toch bepaalt deze collega het tempo, de sfeer en soms zelfs het succes van een project. Ik heb het natuurlijk over de koffiemachine.
Of ze nu glimt in hoogglans RVS, een vintage piston heeft waar je je biceps op kweekt, of het soort blinkende knopjes draagt dat doet denken aan een jaren ’90 stereo-installatie: de koffiemachine is het hart. Nee, niet het hart. Het is de aorta, de bloedsomloop en de pacemaker tegelijk. Zonder haar liggen we plat.
Koffie in een agency is geen drankje. Het is de startknop van de dag. Zonder die eerste kop lijkt zelfs de meest heldere briefing te komen in een soort mist, alsof iemand de projectplanning door een wolk katoen heeft gestuurd. Met koffie daarentegen krijgt zelfs een Excel-lijst plots iets poëtisch.
Je herkent het ritme van de werkdag aan het geluid van de machine. ’s Morgens vroeg het geruststellende gebrom van opstartende creatieven. Net na de middag het nerveuze gesis van mensen die hun derde shot nemen “om toch even te kunnen doorpakken”. Tegen vier uur de laatste redder in nood, die iemand nog net genoeg energie geeft om de laatste correctieronde zonder tranen te overleven.
De koffiemachine is ook de informele nieuwsbrief van het agency. Daar vang je op dat de grote pitch toch een ronde verder is. Daar hoor je dat iemand zijn kat op het toetsenbord heeft laten lopen en per ongeluk een campagne live heeft gezet in Kirgizië. Daar deel je de stille euforie van een klant die ‘ja’ zei, en daar zoek je troost als diezelfde klant een dag later ‘misschien toch niet’ laat weten.
Voor klanten is die koffiemachine stiekem óók belangrijk. Niet omdat ze er zelf dagelijks van drinken, maar omdat de kwaliteit van hun koffie bijna magisch samenhangt met de kwaliteit van hun campagne. Een klant die op bezoek komt, de mok vasthoudt, een slok neemt en zegt: “Goh, dit is goeie koffie” – die klant heeft zonder het te weten net een spoedbestelling creativiteit gedaan. Zo iemand krijgt nog diezelfde middag een extra moodboard.
En vergeet het diplomatieke werk niet. De koffiemachine is de neutrale zone, de Zwitserland van het bureau. Daar ontmoeten de accountmanager en de designer elkaar, niet om over budgetten te kibbelen, maar om samen te vloeken op de printer die weer een eigen interpretatie van het kleurprofiel had. Daar wordt het “wat als we…” geboren, dat later als geniaal idee in de presentatie belandt.
Misschien moeten we het opnemen in het onboardingdocument voor nieuwe klanten: Ons werk is altijd van hoge kwaliteit, maar voor echt magische resultaten moet u ons machinepark regelmatig voorzien van topbonen. U investeert in koffie, wij doen de rest.
Zolang er koffie stroomt, stroomt het werk. En als de machine het ooit begeeft? Dan is er maar één prioriteit: niet het project redden, maar de bonen. Altijd eerst de bonen.